Inloggen Geen profiel? Registreer hier.

Orde in de brij aan data met Common Ground

15/10/2020

Alle gemeentelijke gegevens op één plek digitaal beschikbaar voor in- en externe partijen. Dat is de ­filosofie achter common ground. De weg ernaartoe is vol obstakels, maar op de oude weg doorgaan is duur en problematisch.

Kluwen

Het is logisch dat gemeenten websites en apps ontwikkelen om problemen op te lossen. Die moeten gegevens beschikbaar hebben en dus slaan gemeenten die gegevens ergens op, waarschijnlijk in aanvulling op tientallen andere plekken waar diezelfde gegevens óók zijn opgeslagen. En er moet worden gezorgd dat de gegevens opvraagbaar zijn. Dus moet er een systeem in elkaar worden gezet waarmee de website of app die gegevens kan opvragen. Zo bouwen de meeste gemeenten hun eigen kluwen aan oplossingen. Het resulterende totaalbeeld is omvangrijk, duur en inefficiënt.

Eigen plek

Ziedaar common ground, een visie op hoe de gemeentelijke infrastructuur te vernieuwen zodat die voldoet aan privacywetgeving én er slimmer kan worden omgegaan met data. Vijfentachtig partijen, waaronder de G4, hebben inmiddels het pact ondertekend. De visualisaties waarin common ground wordt uitgelegd, stellen de huidige manier  van werken voor als een reeks verticale silo’s: onderin de gegevens, bovenin de websites en apps die de informatie opvragen, en daartussen een wirwar van verbindingen om ­gegevens te communiceren. Gemeenten kunnen duizenden van die silo’s hebben en het is het doel van common ground om dat te versimpelen. Geen grote hoeveelheden silo’s meer die allemaal de gegevens kopiëren en synchroniseren, maar alle gegevens moeten één eigen plek krijgen.

Tussenlaag

Via een zo simpel ­mogelijke communicatielaag kunnen relevante partijen, gemeenten en partners die gegevens opvragen. Daarvoor dient de tussenlaag, een integratiemechanisme genaamd NLX. De te spreken persoon daarvoor is Eelco Hotting, strategisch adviseur bij de gemeente Haarlem en product owner NLX bij VNG Realisatie. Daar wordt gewerkt aan deze laag die ervoor moet zorgen dat dat de vragers en aanbieders van gegevens niet allemaal eigen manieren van communiceren ontwikkelen. De transitie van de bron naar de NLX-laag is de belangrijkste reden dat men het heeft over een tijdspad van tien of twaalf jaar voor ­common ground.

Makkelijk

De tussenlaag moet snel en simpel blijven. Hotting: ‘De complexiteit willen we platslaan door datacommunicatiestandaarden te ontwikkelen, zodat de last heel erg klein wordt. Een van de voorwaarden is dat koppelingen heel snel moeten zijn wanneer je bronnen bij andere organisaties gaat gebruiken.’ Zo niet, dan zitten ambtenaren seconden naar het scherm te staren terwijl de data worden ­opgehaald. ‘De standaarden maken het ­bovendien makkelijk voor gemeenten en ­leveranciers om koppelingen te leveren.’

Onvoldoende kennis

Raadsleden kunnen in de gaten houden dat wanneer er ict wordt ingekocht de systemen ook conform common ground zijn. De VNG is bezig om hiervoor standaardteksten op te stellen. Maar het is een terugkerend probleem dat er in de gemeenteraden te weinig aandacht is voor ict. Onlangs concludeerde het Rathenau Instituut nog dat raadsleden de gevolgen van digitalisering te weinig bespreken en een van de genoemde redenen was dat ze denken onvoldoende kennis van de materie te hebben.

Kennis van zaken

Dat is een probleem, vindt Cokky Hilhorst, professor Business & IT aan de Nyenrode Business Universiteit. ‘Digitalisering is immers een belangrijk zo niet bepalend onderdeel van de dagelijkse dienstverlening. De gemeenteraad moet toezicht kunnen houden op hoe het loopt met de investeringen – gaat het ­opleveren wat we hebben verwacht? Als je geen kennis van zaken hebt, wordt het ­moeilijk om toezicht te houden.’ Als een van de oprichters van Bureau ICT-toetsing heeft ze de nodige ervaring met grootschalige ict-projecten van de overheid en de risico’s die daaraan zijn verbonden.

Achterstand

‘De gemeenteraad moet weten welke logica achter de investering zit’, zegt Hilhorst. ‘Wat is het probleem dat wordt opgelost en wat is de oplossing die daarbij past? Als je daar geen goed gevoel bij hebt, dan moet je om uitleg vragen tot je het snapt. Doe je dat niet en denk je dat het wel goedkomt, dan krijg je te weinig inzicht en is het risico groter dat er iets uitkomt waar niemand op zit te wachten. Minstens zo erg als het probleem dat geld verspild kan worden, is de achterstand die een gemeente oploopt in het vormgeven van nieuwe en betere dienstverlening.’

Eigen tempo

John van Dijk van VNG Realisatie en tevens penvoerder van het Groeipact Common Ground, benadrukt dat gemeenten het tempo kunnen aanhouden dat ze comfortabel vinden. ‘Dé gemeente bestaat immers niet, het is geen homogene groep. Sommige gemeenten willen vooroplopen omdat er bijvoorbeeld een aanleiding voor is, zoals Amsterdam waar ze de vakantieverhuur beter willen kunnen handhaven, en andere nemen componenten of onderdelen over zodra die beschikbaar komen. Maar hoewel ze misschien de capaciteit niet hebben, kunnen ze de visie wel onderschrijven. Er is ook geen punt in de tijd te noemen wanneer er sprake is van wel of geen succes. Het is een logische manier van informatie-inrichting, en we zien dat mensen het oppakken. Als je let op de naamsbekendheid, is het nu al een succes.’

Dit is de ingekorte versie van het artikel uit nummer 19 van Binnenlands Bestuur. Het blad is hier online te lezen.

Bron: BinnenlandsBestuur Digitaal